Zojuist keek ik in mijn agenda. Bijna de eerste zondag van Advent. Het overvalt me elk jaar weer. Sint Maarten is net geweest, het Sinterklaasfeest moet nog beginnen, en dan is het alweer Advent… Met Advent begint voor mij het ‘to do’ lijstje voor Kerst. De kerstboom moet gekocht, het kerstdiner georganiseerd, de precieze tijdstippen voor familiebezoek moeten worden geprikt, eventuele cadeautjes gekocht. In mijn geval komen daar ook de Kerst-diensten bij. Wat zal ik dit jaar eens verzinnen als Kerst-thema? Hoe kan ik Kerst verfrissend aanvliegen? Moet het gaan over het kindje, Maria, Jozef, de herders, de wijzen, de engelen of de os en de ezel? Al die gedachten dringen zich op in de aanloop naar die eerste Adventszondag. Een boodschappenlijstje in mijn hoofd. Een checklist van activiteiten.

Ondertussen zingt het liedje in mijn hoofd dat mijn kinderen vroeger zongen:

Advent is kijken naar wat komt,
hoewel er weinig zicht is.
Je steekt een kaars aan in de nacht,
omdat je iets van God verwacht:
een wereld waar het licht is.

En ik realiseer me dat de essentie van Advent haaks staat op mijn plannenmakerij voor Kerst. De kern van Advent is rustige verwachting, het openstellen voor wat komt, het hopen op licht. Het gaat erom dat je een houding van ontvankelijkheid ontwikkelt voor datgene wat je toevalt, datgene wat niet maakbaar en planbaar is. Advent is een geestelijke oefening in stilvallen, en je openstellen voor de hoop op het licht in het donker.

Moeilijker dan ooit in deze tijd. Ik hoor de laatste tijd veel mensen die ervoor kiezen het wereldnieuws maar niet meer zo intensief te volgen. De rampspoed over klimaat, oorlog, vluchtelingenstromen en uitsluiting maar niet in volle hevigheid toe te laten. Juist in de periode van Advent en Kerst te kiezen veel mensen voor de eigen veilige bubbel. Omdat het wereldleed niet meer te behappen is en we er toch niets of niet veel aan kunnen doen. Om je in dit tijdsgewricht in te stellen op de hoop en verwachting van het licht in het donker, ‘een wereld waar het licht is’; dat is best moeilijk.

Maar het mooie van Advent is, dat je die hoop en verwachting van het licht niet zelf hoeft te maken of te plannen. Het goede nieuws is, dat het je toevalt als je je er voor openstelt. En dat hoeft niet ineens, daar mag je vier weken over doen. Vier weken om een houding te ontwikkelen van hoop en verwachting. Vier weken om even stil te vallen, de controledwang en maakbaarheid los te laten. Een spirituele oefening om ontvankelijk te zijn voor het goede, het licht en de hoop die er tóch zijn en die ons geschonken worden. Advent is langzamerhand steeds meer lichtjes in jezelf aansteken tegen de onverschilligheid en verlamming die zo op de loer liggen in deze donkere tijd van het jaar, en dit donkere tijdsgewricht van de mensheid. Licht in het donker. Geen checklist of boodschappenlijstje. Maar een geschenk van vier weken…

Anneke van der Velde
voorganger Vereniging van Vrijzinnigen