In deze tijd hoor je vaak de oproep dat je toch vooral positief moet denken. Niet het glas half leeg, maar half vol te zien. Dat is ook belangrijk, want positieve mensen voelen zich beter, zijn succesvoller, en worden aardiger gevonden, las ik ergens.

Maar als je het werkelijke leven echt recht wilt doen, kan dat denk ik niet zonder eerst te klagen over wat er mis gaat, waar verdriet is, en waar je je zorgen over maakt. Er mag wat mij betreft geklaagd worden over de pandemie, over de lockdown, en over de rellen. Er mag wat mij betreft door ouderen geklaagd worden over eenzaamheid en door jongeren over saaiheid. Dat is oprecht gevoelde narigheid, die moet je niet zomaar wegpoetsen. Daar moet ruimte voor zijn; juist ook om daarna weer de kracht te vinden om datgene wat je dwarszit het hoofd te kunnen bieden. Eerst de bodem van de put voelen, om je daarna weer af te zetten.

Gelukkig biedt de Bijbel meer dan genoeg openheid en mogelijkheden voor het klagen. Je hoeft er de Psalmen maar op na te slaan. Of Job, of de Klaagliederen.

Vooral in de Klaagliederen (zesde eeuw vóór Christus) worden de klachten van het volk Israël over de verwoesting van de tempel prachtig poëtisch verwoord. Het bestaat uit vijf liederen waarin naar hartelust geklaagd wordt. Lange tijd heeft men gedacht dat Jeremia de schrijver was. Vandaar ook het woord ‘jeremiëren’…Een citaat:

Laat je tranen stromen als een rivier, dag en nacht,
aan één stuk door; gun je ogen geen rust.
Weeklaag in de nacht, jammer tot aan de ochtend,
stort je hart uit als water, ten overstaan van de Heer.

Ruimte voor tranen en verdriet. Vijf liederen lang. Maar het mooist van de Klaagliederen vind ik dat echt precies in het midden van die vijf liederen, opeens de zon gaat schijnen in een donker bos van klagen. Je komt opeens op een prachtige zonovergoten plek. Na pagina’s van klagen en gejeremieer, klinkt er dan:

‘Genadig is de Heer, wij zijn nog in leven!
Zijn ontferming kent geen grenzen.
Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. -Veelvuldig blijkt zijn trouw!

En na die passage wordt er weer lustig voort geklaagd. Mij leren die oude Klaagliederen dat klagen en jeremieren mag. Misschien wel moèt, om in de kern van dat klagen, op de bodem van de put, doorleefd de positiviteit en het optimisme en het vertrouwen weer te vinden. Geen gemakkelijke montere opgewektheid, maar doorleefd vertrouwen dat optimisme met zich meebrengt. Dus… als we mensen horen klagen in deze tijd; over eenzaamheid, stilte, saaiheid, dubbele belasting, gebrek aan wat dan ook… Eerst lekker laten klagen. Op de bodem van de put zetten de meeste mensen zich wel weer af om boven te komen.

Anneke van der Velde
voorganger Vereniging van Vrijzinnigen
veld5834@planet.nl