Als ik dit schrijf is het midden in de lijdenstijd. De tijd in het kerkelijk jaar waarin we het lijden van Jezus gedenken. Ook wel de veertigdagentijd genoemd. Of, in de Katholieke Kerk: de vastentijd. De opmaat naar Pasen; het feest van de overwinning van het leven op de dood.

Meestal heb ik wat moeite met de lijdenstijd. De periode valt zo samen met het voorjaar. De zon begint haar warmte weer af te geven, de vogels beginnen weer te fluiten, de eerste narcissen kleuren de tuin geel.. En dan is het in het kerkelijk jaar de bedoeling dat ik inkeer en dat ik me bepaal tot het lijden. Ik ben altijd blij als het Paasfeest aanbreekt en het volle leven weer geloofd en geprezen mag worden.

Dit jaar is het anders. De lijdenstijd in het kerkelijk jaar valt samen met het lijden van de mensheid dat elke dag via het nieuws uit Oekraïne en Rusland tot ons komt. Als ik al moeite heb het lijden van Jezus voor te stellen, kan ik zo wat voorbeelden oproepen uit de oogst aan verschrikkelijke beelden die inmiddels in mijn hoofd zitten. De zwangere vrouw die op een brancard uit een zwart geblakerd gebouw wordt weggevoerd. De vrouw die huilend met haar kindje op schoot vertelt dat haar andere kindje is omgekomen bij een bombardement. De man die met een zelf geflanst kartonnen protestbord tegen Poetin in Moskou de straat oploopt, zijn eerste zin scandeert, en meteen wordt weggevoerd. Beelden van het lijden van de mensheid. Gruwelijk, onvoorstelbaar en om moedeloos van te worden. Het lijdensverhaal van Jezus wordt op allerlei manieren eigentijds opgevoerd. Daar hebben we geen Passion voor nodig. We zien elke dag hoe het goede wordt vermoord, hoe mensen onrecht wordt aangedaan en hoe ze lijden. En hoe donker de toekomst kan lijken. Dat kan je naar de keel grijpen. En geloof kan een manier zijn om dat woorden en vormen te geven. Zoals in deze lijdenstijd.

Ik zie dit jaar juist op tegen Pasen, in andere jaren mijn favoriete feest. Hoe kan ik met die gruwelijke beelden in mijn hoofd beleven en vertellen dat het leven zal overwinnen? Dat het verhaal van de opstanding van Jezus ons laat zien dat het goede tóch sterker is, en dat het leven zal winnen van de dood? Dat geloof ik, en ik heb het jaren lang met verve kunnen verkondigen. En ik vertrouw er ook op dat het grote ‘en tóch’ waar het geloof zo sterk in is, het zal winnen. Dat er mensen zijn die uit liefde voor de ander geweldige dingen doen. Dat er mensen zijn die de moed hebben op te staan en te vechten tegen het kwaad. Dat er mensen zijn die het doorzettingsvermogen hebben om te werken aan vrede tussen de volken. Dat vertrouwen is nu ver weg, maar ik weet dat het weer zal komen. Het wordt Pasen, hoe dan ook.

Ik lees in Matteüs 10: 28: ‘Wees niet bang voor hen die wel het lichaam, maar niet de ziel kunnen doden’. Moge deze tekst ons door de lijdenstijd naar Pasen vergezellen.

Anneke van der Velde