In mijn werk als geestelijk verzorger bid ik veel met mensen. Als mensen lichamelijk of geestelijk geen uitweg meer zien, is het heilzaam om die wanhoop en onmacht gezamenlijk voor God te brengen, is mijn ervaring. Als ik bid met patiënten, zit ik vaak erg in mijn hoofd. Ik heb dan van tevoren gevraagd wat iemand graag gebeden wil hebben, en ik moet dan de namen en situaties onthouden waarvoor gebeden moet worden. Het is belangrijk om daarin goed te luisteren; om de juiste woorden en benamingen in gebed te brengen, om goed te verwoorden wat de patiënt bedoelt.

Eén keer ging dat mis. Ik was de voornaam van de patiënt vergeten, en noemde op goed geluk de naam die me het eerst in gedachten schoot, en waarvan ik dacht dat het de juiste was: ‘Piet’. Toen we midden in gebed waren, en ik bad voor Piet, hoorde ik opeens een stem: ‘ik heet geen Piet, ik heet Jan’…. Dom. Gebed is zo kwetsbaar en persoonlijk, dat ik niet zorgvuldig genoeg kan zijn.

Vaak eindig ik met het Onze Vader. Dat ken ik natuurlijk uit het hoofd. Maar bij het opzeggen ervan, is het me meermalen gebeurd, dat ik me verspreek. Dan haal ik bijvoorbeeld de hemel en de aarde door elkaar in het deel: ‘zoals in de hemel, zo ook op de aarde..’ Ik heb me laten vertellen dat dat komt omdat ik van het ene moment op het andere van de ene hersenhelft naar de andere moet schakelen, waar de geautomatiseerde teksten zitten. Waar de dingen zitten die ik uit mijn hoofd ken.

Vorige week had ik een gesprek met een patiënt die een hersenbloeding had gehad. We sloten het af met een persoonlijk gebed. Ik dacht tijdens dat gebed: ik doe het Onze Vader deze keer niet. Ik had me die dag al een paar keer versproken en durfde niet te vertrouwen op datgene wat vanzelfsprekend in mijn hoofd zat. Toch volgde ik mijn intuïtie, die me zei het maar wel te doen. Het voelde als een sprong in het diepe. Me overgeven aan dat wat er ooit geplant is in mijn hoofd. Vertrouwen hebben in het memoriseren.

De mevrouw met wie ik bad was zwaar getroffen door de hersenbloeding. Ze kon door de schade in haar hoofd niet goed uit haar woorden komen in het gesprek over haar leven. Ze kon de woorden niet vinden, en ze kon ze niet goed uitspreken. Ik zette aan het eind van het gebed voorzichtig dan toch maar het Onze Vader in. Ze bad het hardop en vlekkeloos mee…. Weliswaar kon ze in haar praten niet meer goed verwoorden wat haar bezig hield, maar het Onze Vader, dat geautomatiseerd in haar hoofd zat, rolde er zo uit. Wat voor mij, als gezonde mens een valkuil was, was voor haar als zieke mens juist een kracht. Het je overgeven aan wat er aan krachtbronnen in je is, zonder je verstand te gebruiken. Voor mij een sprong in het diepe, voor haar het vinden van vaste grond.

Anneke van der Velde,
voorganger Vereniging van Vrijzinnigen
veld5834@planet.nl