Lieve mama,

In mijn laatste brief vroeg je mij naar een plan van mij en een goede vriend, Thomas (die ik volgens mij wel eens eerder heb aangehaald in deze serie), om te gaan ‘kerkhoppen’. We wilden elke zondag een andere kerk bezoeken om zo een beetje een beeld te krijgen van de enorme diversiteit aan geloofsgemeenschappen die er bestaat in Utrecht. Naast ons voornemen om op zondag verschillende kerken te bezoeken, wilden we ook zo af en toe een synagoge, moskee of hindoetempel binnenlopen om te zien hoe het er daar aan toegaat.

Persoonlijk werd ik meer gedreven door nieuwsgierigheid dan door een verlangen naar bekering, toen we dit plan bedachten. En het leek me ook gewoon wel prettig om op een vast moment in de week samen met anderen psalmen te zingen (of opwekkingsliederen, afhankelijk van de desbetreffende geloofsgemeenschap). Ik hoor dat van meer vrienden die religieus zijn opgevoed, maar inmiddels enige afstand hebben genomen van het geloof van hun ouders; hoewel het geloof in God en de Bijbel soms misschien niet meer zo sterk is, blijft de kerk een plaats die genegenheid en warme gevoelens oproept. Zelfs mijn zelfverklaard atheïstische vader vertelde mij laatst dat hij af en toe ‘stiltemomenten’ heeft in de kerk.

Toen ik een beetje om me heen vroeg welke kerkelijke kenmerken dan zo aantrekkelijk waren voor ex-gelovigen, werden vooral de gemeenschapszin en het gevoel van vertrouwdheid genoemd. Verder vertelden sommigen mij ook dat zij de rust en bezinning van de kerk misten in hun atheïstische bestaan. Dat kan ik me goed voorstellen. Elke zondagochtend de kerk bezoeken om een uurtje gezamenlijk het leven te beschouwen, liedjes te zingen en daarna even stil te zijn, is volgens mij een super gezonde gewoonte. Zeker voor twintigers, de leeftijdscategorie waarbinnen het aantal burn-outs schrikbarend snel groeit.

Helaas is er nog maar weinig terechtgekomen van het voornemen van Thomas en mij om elke zondag een kerk te bezoeken. Ik moet eerlijk toegeven dat ik als student Islam en Arabisch in Utrecht vaker naar de moskee ben geweest dan naar de kerk. Ik denk dat ik ook wel weet waarom ons plan nog niet echt van de grond is gekomen. Thomas en ik zijn allebei voortdurend druk-druk-druk. Het lijkt bijna alsof ‘naar de kerk gaan’ nog een extra taak is op onze overvolle to-do lijstjes. Ook wij worden meegesleept in de competitie onder studenten wie de meeste ballen in de lucht kan houden en wiens agenda het volst is. Juist kerkelijke rust en bezinning zouden ons enigszins kunnen bevrijden van de constante prestatiedruk die wij ervaren. Ik roep op tot een kerk voor overwerkte niet-gelovigen, misschien is dat wel dé remedie tegen onze oververhitte prestatiecultuur.

Hoe is dat voor jou mama? Waarom heb jij in al die diversiteit aan geloven gekozen voor de vrijzinnige richting?

Liefs! Geerke