Lieve Geerke,

Fijn om je weer eens live te zien. Die briefwisseling ‘ik geloof het wel’ in De Brug is toch ook maar behelpen. Mooi dat zelfs studenten met kerst het appèl voelen om hun familie met kerst weer eens te bezoeken. Vandaag een brief over kerst, natuurlijk. Ik vraag me af of kerst voor jou en je generatiegenoten nog iets betekent.

Toen je klein was, was kerst omgeven door gewoonten en gebruiken. Bij je geboorte hebben je vader en ik een antroposofische kerststal gekocht die helemaal van stof was gemaakt. Een vilten Maria, een Jozef van stof, koningen en herders van vilt, zelfs een os en een ezel. Nadeel was dat die poppen almaar omvielen. Regelmatig lag de hele kerststal op de grond, maar jij vond het prachtig. Toen je een jaar of twee, drie was, mocht je ’s avonds voor het slapen gaan het kindje even vasthouden en een kusje geven.

Natuurlijk werd er jaarlijks een kerstboom opgezet. Eerst een echte, maar toen bleek dat jij daar allergisch voor was, toch maar een kunstboom. Als kind deed je mee aan de kerstvieringen op school. Ik kan me nog goed herinneren dat we je helemaal hadden opgepimpt met een mooie kerstjurk, een ingewikkeld kerstkapsel met vlechtjes en glitters in het haar; allemaal voor het kerstfeest in de klas. Uren van tevoren waren wij al zenuwachtig. Toen we aankwamen bleek dat we het briefje verkeerd hadden gelezen en dat we een uur te laat waren. Het feest was al afgelopen. Je kreeg nog net een sinaasappel en een boekje in de handen gedrukt en we konden weer gaan. Ik weet niet of jij huilde, maar ik kan me de tranen in mijn ogen nog wel herinneren.

In de kerk was het ook altijd topdrukte rond de kerst. Ik vond het altijd ontroerend hoe er werd geprobeerd om met een kerstmusical de eigentijdse kerstgedachte vorm te geven. Al die kindjes. Het straalde in hun ogen en dan de blossen op de wangen…
Maar jij herinnert je misschien meer de harde klemmende greep in je nek van de forse juf die het geheel begeleidde, omdat je even niet goed stond opgesteld.

En oma kwam met het kerstdiner en we gingen naar de overkant, naar waar ze de ramen zo mooi versierd hadden met kerst. Met Drie Koningen maakte pappa een taart met een erwt erin en we deden een polonaise op jinglebells, met kerstmutsen op.

Waar het werkelijk om draaide was het kerstverhaal. Dat lazen we natuurlijk. Dat heb je vaak gehoord. Eerst lazen we uit de peuterbijbel, later het kerstverhaal in de versie van Dick Bruna en ook het echte verhaal van Lucas. Toen je op het gymnasium zat, hebben we het kerstverhaal van Dick Bruna zelfs in het Latijn gelezen. We hadden ook het boekje van W.G. van de hulst; het kerstfeest van twee domme kindertjes. Ook dat las ik bijna elk jaar voor. En nu aan jou de vraag: wat betekent kerst nu nog voor jou? Hebben die gewoonten en gebruiken bijgedragen aan iets wat je meeneemt in het leven? Wat betekent kerst voor je generatiegenoten? Is het meer dan een moment om je familie maar weer eens op te zoeken?

Liefs,

mama.

PS: denk je aan de deadline voor de volgende column in de krant?