Lieve mama,

Ik gaf afgelopen week Nederlandse taalles aan twee oudere mannen. De één was per boot gevlucht uit Syrië, de oudste van de twee kwam uit Irak. De man uit Irak was leraar Engels geweest in Bagdad, dus de communicatie met hem verliep redelijk soepel. Het Engels en het Nederlands van de Syrische man waren niet al te best, maar de Irakese man hielp als tolk. Nederlands, Engels en Arabisch in verschillende dialecten werden dus door elkaar heen gesproken en de heren waren niet meer heel snel van begrip. Het duurde dus even voordat ‘’t kofschip’ en de onregelmatige werkwoord vervoegingen tot de beide mannen doorgedrongen waren. Toen we die onderdelen van de grammatica eindelijk hadden afgesloten, waren we alle drie een beetje klaar met de taalles. Daarom namen we even pauze en vertelden de heren me, onder het genot van een kopje thee, over hun levens in Irak en Syrië.

De Irakese man vertelde over zijn werk als docent in Bagdad en de oorlog in Irak. Irak worstelt, naast de strijd tegen IS, ook al tijden met spanningen tussen sjiitische en soennitische groeperingen, twee stromingen binnen de islam. De Irakees legde uit dat hij soenniet was en dat de Syriër de sjiitische stroming aanhing. ‘Maar waar komt het verschil tussen soennieten en sjiieten nu op neer?’ vroeg ik de mannen. Ik verwachtte een serieus antwoord over opvolging en geloofskwesties. De mannen keken elkaar echter gniffelend aan en de oudste van de twee antwoordde: ‘Soennieten bidden zo,’ en hij hield zijn armen stijf tegen zijn lichaam aan, ‘en sjiieten bidden zo’ en hij sloeg zijn armen over elkaar. Beide heren barstten in lachen uit. ‘Grotere verschillen tussen soennieten en sjiieten bestaan er voor ons niet,’ legde de oudste man uit, ‘we zijn allemaal mensen en geloven in dezelfde God.’

Nu wil ik de conflicten tussen soennieten en sjiieten niet bagatelliseren, noch wil ik klinken als een naïeve new-age idealist die alle contact met de werkelijkheid uit het oog verloren is. Er zijn vast allerlei oorzaken voor religieuze spanningen die ik niet goed begrijp en niet kan doorzien. Toch denk ik dat de Syriër en de Irakees een interessant theologisch punt maakten.

Jij vroeg me in je laatste column hoe het christendom anders is van andere godsdiensten. Ik heb net een vak religiewetenschappen afgerond en daarbij van alles geleerd over verschillende geloofservaringen en perspectieven op spiritualiteit. Maar uiteindelijk komt het volgens mij toch vaak hier op neer: christenen bidden zo, hindoes bidden zo en moslims bidden zo. Maar we zijn allemaal mensen, we geloven allemaal in God.

Liefs!

Geerke